Plaatsmaken | 'Novelties and Specialities': Ruth van Beek
Ruth van Beek werkte de afgelopen maanden intensief aan een project waarin zij zeefdruk met collage combineert. Ze wilde graag leren zeefdrukken, en onderzocht bij ons in de werkplaats hoe zij zich de techniek eigen kon maken.
Hoe ging dat?
‘Vanaf het begin heb ik met cornfolie gewerkt. Ik schilderde daarop en dat kan ik dan één op één afdrukken. Daardoor ziet het eruit alsof het met de hand geschilderd is, maar kan ik toch het automatiseren van het zeefdrukken gebruiken.’
Binnen no-time hingen er op het prikbord in de werkplaats kleurige prints, groot en klein, een soort brede augurken.
Had je van tevoren de vorm al bepaald, of ontstond die intuïtief?
‘Deze vormen maak ik al jaren, ze zijn intuïtief ontstaan. Het lichamelijke erin is belangrijk. Groei, vruchtbaarheid, rijpheid. In deze werkperiode zocht ik naar de juiste kleur voor de vorm. Ik leerde hoe ik inkt kon mengen, en construeren vanuit transparanties. Twee of drie lagen over elkaar heen. Om dit te leren heb ik heel veel afdrukken gemaakt, en veel gevarieerd met dezelfde vorm.
Ik ben wel gaan houden van de herhaling van het drukken, dat je steeds dezelfde handeling doet en dat het ook veel voorbereidende handelingen vergt. In mijn andere werk gaat het heel snel, knippen, beslissen. Hier zat een vertraging in, die heel goed werkte, maar waar ik wel mee moest leren omgaan. Het drukproces gaat over routine, en dat is iets wat ik heel interessant vind. Veel van mijn werk refereert aan het dagelijks leven, bijvoorbeeld aan het huishouden. Het maakproces is altijd onderdeel van het uiteindelijke werk.’
Het kleuronderzoek bracht haar ertoe om een groot werk te maken, 100 ovale vormen. Met elkaar vormen deze afzonderlijke werken één groot beeld, vreemd en ook wel verontrustend in de veelheid. Hoe is dit tot stand gekomen?
‘Ik ben de drukken gaan combineren met uitgeknipte plaatjes uit mijn archief. De beelden die ik uitkoos zijn op zichzelf kleine verhaaltjes, alledaags maar toch vervreemdend. Sommige tonen handelingen, andere zijn voor mij meer momenten of dagdromen. De foto’s worden bevestigd door inkepingen te maken in de zeefdrukken.’
Het voelt als een boek. ‘Ik ging over edities nadenken. Vermenigvuldigen, dat gaat natuurlijk ook over groei, dat had ik van tevoren niet zo bedacht. Steeds vroeg ik me af: is dit het dan? Is dit de editie? Ik worstelde daar mee, ik had die vormen gemaakt en dacht steeds: is het wel genoeg? Het is altijd wel lekker zo’n vorm, maar kan het op zichzelf staan?
Ik had van tevoren heel veel kleurtesten gemaakt. Ik had referenties uit mijn atelier meegenomen naar de werkplaats. Je zou kunnen zeggen dat ik in de zeefdrukkerij mijn materiaal heb geproduceerd en dat ik daar naderhand nog een stap mee moest zetten.’
‘Ik had een verlangen om de dingen me boven het hoofd te laten groeien, om uit de bocht te vliegen. Ik knipte de gezeefdrukte vormen uit. De herhaling die dat opleverde vond ik heel spannend. Dat forceerde me ook om een heel groot werk te maken. Mijn atelier hangt er nu mee vol. Ook hierin zoek ik het absurde op. Hoe kun je dit organiseren? Het verwijst naar de kookboeken die ik verzamel. Gedekte tafels, toefjes, gevulde eieren en dan diagonaal positioneren. Tegelijkertijd zijn het zelf tafels. Maar je weet niet waar je naar kijkt, naar de schalen of het fruit.’
‘Ik heb een afbeelding gevonden van een vrouw die een deeg uitrolt op een bakplaat. Die ga ik zeefdrukken in een raster, en het deeg wordt overgedrukt met een geschilderde vorm, waarin de penseelstreek heel zichtbaar is. De afbeelding gaat echt over de handeling van het maken, en voor mij is het logisch dat dit de editie wordt van de werkperiode. Dat voelt anders dan de werken waarmee ik nog een collage maak. Het is een concluderend werk. Zo is het rond.
Hoe verhoudt dit laatste werk zich tot de rest van je oeuvre?
‘Ik moet hier nog erg aan wennen. Het heeft iets cartoonesk. In mijn laatste boek ‘Eldorado’ heb ik gewerkt met een oud archief van groente-, fruit- en bloemkwekers uit de VS. Wat me daarin zo trof was dat ze zo bold, zo stoutmoedig te werk gingen met het beeld. De komkommers en bonen groeiden letterlijk van de pagina’s, en er zaten allerlei rare beslissingen in de vormgeving ook. Het maakte me weer even bewust van de mogelijkheden met beeld. Het werd een opdracht aan mezelf om uit de band te springen. En ik denk dat dat wel gelukt is.
Je bent heel serieus viel me op. Heel degelijk alles voorbereiden, je weet wat je wil, en tegelijkertijd is er veel ruimte voor de verrassing.
‘Ja, ik probeer omstandigheden te creëren waarbinnen het dan uit de hand kan lopen. Dat is best wel een serieuze aangelegenheid en ook spannend. Elke beslissing heeft gevolgen in het werk. Ik vind het zo tof dat ik het allemaal zelf heb gezeefdrukt. Mars liet me soms aanklooien maar gaf goeie tips. Zo heb ik veel geleerd.’
Tekst: Inge Pollet
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 30), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 29), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 28), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 27), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 26), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 25), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 31), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 32), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 33), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 34), 2018
-
Ruth van Beek, Untitled (figure 35), 2018