MET DEZE FOTO'S WILDE DE ZOON VAN EEN BENDE VAN NIJVEL-SLACHTOFFER BELGIË WAKKER SCHUDDEN

John Schoorl, de Volkskrant, September 21, 2013

Meer dan dertig jaar na de laatste overval van de Belgische Bende van Nijvel lijkt er een doorbraak in het onderzoek naar de identiteit van de bendeleden. De misdaadgroep zaaide tussen 1982 en 1985 dood en verderf in België. Fotograaf Jan Rosseel, zoon van een van de slachtoffers, heeft lang niets willen weten van de moord op zijn vader. Maar in 2013 wilde hij met eigen foto's zijn vaderland wakker schudden. De foto's werden in Volkskrant Magazine gepubliceerd. Lees hier het artikel van John Schoorl terug.

Volgens getuigen droeg een van de overvallers van de Delhaize in Eigenbrakel een masker met het gezicht van de toenmalige Franse president François Mitterrand. Beeld Jan Rosseel
Volgens getuigen droeg een van de overvallers van de Delhaize in Eigenbrakel een masker met het gezicht van de toenmalige Franse president François Mitterrand. Beeld Jan Rosseel
 

Het was voor Jan Rosseel een verhaal, zoals elke familie zijn verhalen heeft. Het deed er niet toe of het echt gebeurd was, het werd verteld om te verklaren wat niet uit te leggen viel.

Zijn vader en moeder waren niet meer bij elkaar, omdat zijn vader was doodgeschoten door de Bende van Nijvel in een Delhaize-supermarkt in Eigenbrakel.

 

Zo werd het verhaal opgedist, of het echt precies zo was gegaan, dat wist hij niet. Voor hetzelfde geld klopte het niet, was het een verzinsel. Hij was 6 jaar toen het gebeurde, hij was niet ter plekke toen zijn vader Ghislain Platane (39) op 27 september 1985 werd neergeknald.

 
Harde bewijzen voor betrokkenheid van de politie en de politiek zijn nooit gevonden, maar het verdwijnen van bewijsmateriaal wijst volgens sommigen wel in die richting. Beeld Jan Rosseel
Harde bewijzen voor betrokkenheid van de politie en de politiek zijn nooit gevonden, maar het verdwijnen van bewijsmateriaal wijst volgens sommigen wel in die richting.Beeld Jan Rosseel

 

Hoeveel ouders vertellen hun kinderen geen verhalen waarin de waarheid een mankepoot is die de snelweg oversteekt.

 

Jan nam er genoegen mee. Laat maar rusten. Hij moet er wel bij vertellen, hier in de auto op weg van zijn woonplaats Den Haag naar het Waals-Brabantse Eigenbrakel, dat het ook zelfbescherming was. Omdat hij dacht het een verhaal was, kon hij ook niet iedereen vertellen over zijn vader. Hij wist het niet zeker, van de moord.

 

Als Jan Rosseel (34), die de achternaam draagt van zijn stiefvader, dan toch iets al jaren met zich meedraagt, is het de verwarring. Dan heb je het niet alleen over zijn persoonlijke verwarring, maar ook over wat de Bende van Nijvel met België heeft gedaan, en nog steeds doet. De permanente staat van verwarring waarin zijn land in zijn ogen verkeert.

 

Een aantal malen hebben joggers in het bos van La Houssière verdachte personen gezien. Was het de Bende? Beeld  Jan Rosseel
Een aantal malen hebben joggers in het bos van La Houssière verdachte personen gezien. Was het de Bende? Beeld Jan Rosseel

 

Een reeks zeer brute moorden op toevallige voorbijgangers, gebrekkige buit bij roofovervallen, merkwaardige diefstallen, krankzinnige overvallen en geen enkele verdachte opgepakt en veroordeeld.

 

Een mysterie vermengd met een collectieve angstpsychose, zo valt het najaar van 1985 te typeren. Alsof België was teruggeworpen in de donkere Middeleeuwen waar angstaanjagende duivelse figuren dorpen platbrandden en weer verder trokken.

 

Drieëntwintig overvallen, een buit van amper 175 duizend euro, en 28 doden. Drie miljoen pagina's politiedossier. De Bende van Nijvel hield huis in de jaren tachtig, maar de donkere wolk boven België is nooit meer weggetrokken, zo ziet Rosseel het. De Belgische herfst, zoals hij zijn imposante fotoproject noemt, is altijd gebleven. En komt het niet door de feiten van die gruwelijke gebeurtenissen, dan komt het ook nog door wat hij 'een geconfabuleerde geschiedenis' noemt. Dat België collectief niet meer precies weet wat er is gebeurd en die zwarte gaten in het geheugen worden opgevuld met vermoedens, halfbakken aannames en door angsten en complottheorieën ingegeven verhalen - alle met een open einde. Extreem-rechts wordt genoemd als schuldige, of de Rijkswacht, de dwarsverbanden tussen schietclubs in België en justitie en de wapenindustrie, of toch extreem-links en de complete politiek als een samenhangend immoreel en alles terroriserend geheel.

 

Achterzijde van een familiefoto. Tekst: 'Ghislain in Dour'. Beeld Jan Rosseel
Achterzijde van een familiefoto. Tekst: 'Ghislain in Dour'. Beeld Jan Rosseel
Een van de overvallers in Eigenbrakel droeg een bivakmuts. Beeld Jan Rosseel
Een van de overvallers in Eigenbrakel droeg een bivakmuts. Beeld Jan Rosseel

 

28 fotoboeken heeft hij gemaakt, voor elke familie van een slachtoffer een eerbetoon.

Jan Rosseel stond niet altijd stil bij zijn eigen geschiedenis. Hij had zijn moeder kunnen vragen over die gebeurtenis, of gewoon kunnen vragen over zijn vader, wie hij was - hij deed het niet. Zijn moeder was zo lief, zo zachtmoedig en zo onzelfzuchtig. Hij wilde haar niet lastigvallen met dat bezwaard verleden.

 

Pas na haar dood in 2010 wilde hij alles weten. En dan niet alleen over zijn vader en de moord, maar ook over de universele gevoelens en vragen rond de Bende van Nijvel. Hij stortte zich er vol in, alsof hij wat moest inhalen wat hij jaren niet had geloofd.

 

Hij vond twee jaar geleden de zus van zijn vader en die knikte: ja, je vader is vermoord. Zij was in september 1985 teruggeroepen van vakantie om zijn gehavende lichaam te identificeren. In Dour stond hij met zijn tante voor het eerst bij zijn vaders graf. Het was geen verhaal geweest, het was echt. Volgens zijn tante lijkt hij als twee druppels water op zijn vader.

Niet ver van Nijvel, en op weg naar Waterloo, ligt Eigenbrakel of Braine-l'Alleud, zoals het in Waals-Brabant heet. De Delhaize-supermarkt is achter de rotonde, nog voordat je het centrum van Eigenbrakel in rijdt. Eerst een fastfoodrestaurant, voorbij een oranje geverfd verzekeringskantoor en vervolgens het parkeerterrein op.

 

Jan Rosseel staat voor de supermarkt - en denkt niks en wordt zeker niet overvallen door verdriet, weemoed, of verwarring. Het is de tweede keer dat hij hier is, eerder bezocht hij de supermarkt voor zijn fotoproject.

 

In de Rue de la Graignette, net achter de supermarkt, stopte op 27 september 1985 net voor sluitingstijd, een zwartgrijze wagen. Drie mannen met carnavalsmaskers op stapten uit en grepen een jochie van 12, die op zijn fietsje rondjes reed op het parkeerterrein, wachtend op zijn ouders.

 

Met het kind voor zich, als menselijk schild, liepen de drie gewapende mannen de supermarkt binnen. Een van hen, die later met de bijnaam De Reus terugkeerde in de krantenverslagen, zei in het Frans: 'Iedereen op de grond. De eerste die beweegt, schiet ik doormidden.'

 

De bende gebruikte gestolen auto's waarvan de achterbank werd verwijderd. Na afloop werden de auto's in brand gestoken om de sporen te wissen. Beeld Jan Rosseel
De bende gebruikte gestolen auto's waarvan de achterbank werd verwijderd. Na afloop werden de auto's in brand gestoken om de sporen te wissen. Beeld Jan Rosseel

 

Jan zoekt het huis van zijn vader, dat aan de overkant van de supermarkt moet zijn geweest. Schuin tegenover Chinees restaurant Zen woonde hij; de huidige bewoners zijn op vakantie, zodat hij niet binnen kan kijken.

 

Om tien voor acht stak Ghislain Platane de weg over, hij nam een smal paadje naar beneden - en Jan doet het nu ook. De lichten in zijn huiskamer en de televisie liet hij aan. De supermarkt was in 1985 nog tien minuten open, dus hij haastte zich naar binnen voor zijn avondmaal: naar de vleesafdeling voor de varkenskoteletten. Hij kocht ook nog Camel-sigaretten. Net nadat hij had afgerekend, stormde het gemaskerde trio de supermarkt in.

Zijn vader leek niet geïntimeerd te zijn, en bleef rechtop staan, hij ging niet op de grond liggen.

'Kun je wel tegen zo'n klein kind', riep hij.

Zijn vader werd neergeknald. Zijn tante herkende haar broer Ghislain alleen nog aan zijn schoenen.

 

De Delhaize-supermarkt in Overijse. Beeld Jan Rosseel
De Delhaize-supermarkt in Overijse. Beeld Jan Rosseel

 

Tekst uit het fotoboek, horend bij 'Fig. BR 05'. 'Een van de slachtoffers van de overval op de Delhaize-supermarkt in Eigenbrakel'. Te zien op een still van de televisie: een tussen de kassa's liggend mens, badend in het bloed - zijn vader.

 

Jan Rosseel staat bij de kassa's en kijkt naar de aanbiedingen van de week. Er zijn kaartjes te verzamelen van Shrek en andere filmkrakers. Hij loopt voorbij de groenten, de zuivel, het vis en het vlees. De vloer van toen is nog steeds de vloer na drie verbouwingen, alleen de kassa's zijn verplaatst.

 

Bij Delhaize wordt er niet over gepraat, zegt de chef. De caissières die er toentertijd bij waren, werken nooit in de periode rond 27 september.

 

In het centrum van Eigenbrakel, schuin tegenover het station, is café Matinal. Het was een bange tijd, zegt de eigenaar, maar de angst ebde ook weer weg. Als je echt wat wilt weten over die tijd, moet je Charlie hebben, vertelt hij, en wijst naar buiten.

 

Charlie zit op het terras, achter een Leffe brun, en kijkt Jan aan. Ongelooflijk, zegt hij. Ongelooflijk dat hij hier toevallig op het terras zit en Jan hier toevallig komt aanwaaien. Dat kun je niet geloven, zegt hij, zijn armen gespreid.

 

Hij heeft Ghislain Platane goed gekend, en heeft hem op 27 september 1985 zien liggen bij de kassa.

 

Charlie werkt bij de brandweer/ambulance en had die dag dienst. Hij werd weggeroepen van een oefening en holde na de moorden de supermarkt in. Daar lag Platane - en Charlie heeft persoonlijk een laken over hem heen gelegd. Het raakte hem, dat hij daar zo lag. Hij was bedroefd, om die arme Ghislain.

 

Net voor sluitingstijd ging Ghislain Platane, de vader van Jan Rosseel, een pakje sigaretten en een varkenskotelet kopen bij Delhaize. Beeld Jan Rosseel
Net voor sluitingstijd ging Ghislain Platane, de vader van Jan Rosseel, een pakje sigaretten en een varkenskotelet kopen bij Delhaize. Beeld Jan Rosseel

Jan pakt zijn fotoboek, en inmiddels zijn er twee taxichauffeurs rond Charlie gaan staan. Ze bladeren door het boek, zien de bloedvlekken, de stills van de moorden, een voetbalfoto, foto's van auto's die de Bende van Nijvel gebruikte, voedingsmiddelen uit de supermarkt, abstracte impressies van bomen, herten en takken of het overzichtsbeeld van het gerechtshof.

 

'Ja, ja', zegt Charlie, en geeft het boek terug.

'Waarom, waarom', herhaalt hij, en kijkt de taxichauffeurs aan. 'Alleen maar vragen, en geen antwoorden. We zullen het nooit weten', zegt hij.

Jan stapt in de auto. Nog steeds kan hij het moeilijk geloven wat hem overkomt. Ook al heeft hij nu een getuige gesproken - iemand die zijn vader heeft gekend, heeft zien liggen - hij blijft achterdochtig over de aangedragen feiten.

 

Hij rijdt weg uit Eigenbrakel en vertelt dat hij het persoonlijke in de zaak lang uit het project heeft geweerd. Niemand wist het van zijn vader, afgezien van zijn vrouw en zijn allerbeste vriend.

 

Denken dat de moordenaars van zijn vader worden gevonden, is een illusie. Daar gaat het hem ook niet meer om. Hij is meer ontgoocheld door de rechtsstaat dan door de daders. Justitie heeft gefaald door de daders te laten lopen.

 

Hij hoopt dat zijn fotoserie ervoor zorgt dat de zaak niet onder de mat wordt geveegd. In 2015 verjaart de zaak. De gelatenheid die hij in België tegenkomt, vindt hij afschuwelijk. Alsof de Bende van Nijvel helemaal geen 28 mensen heeft doodgeschoten en een van de donkerste bladzijden uit de naoorlogse Belgische geschiedenis collectief is weggestopt.