De Amersfoortse kunstenaar Atze Haytsma wordt 90 jaar

Jeroen de Valk, Algemeen Dagblad, May 11, 2019

Dat wordt gevierd met een lijvig boekwerk en een expositie. Nog steeds is hij actief -hij heeft 'helemaal geen tijd om oud te worden' - en aarzelt niet om kritiek te leveren. "Jan Wolkers was gewoon geen goeie beeldhouwer."

Atze Haytsma zit nooit verlegen om een gespreksonderwerp. De Amersfoortse kunstenaar kan putten uit zijn rijke verleden en doet dat ook. Enkele favoriete onderwerpen: de kunstenaars die hem als tiener onder hun hoede namen. Zijn jeugd als enig kind van een alleenstaande moeder zonder geld. De tijd waarin hij verkeerde in kringen van avant-gardisten die later met de Cobra-beweging wereldfaam zouden vergaren. Maar ook: de schoonheid van het vrouwelijk lichaam. Zijn zwart-witfoto's van fors gebouwde naaktmodellen hangen overal in zijn woning. "Kijk eens naar die billen! Die vormen een beeldhouwwerk."

 

En dan zijn er zijn huidige activiteiten. Haytsma mag dan op 31 mei 90 jaar worden, hij zit geen seconde stil. Voortdurend werkt hij als beeldhouwer in een atelier in zijn tuin én als fotograaf in een kamer waar zijn naaktmodellen komen poseren. Helemaal op zolder bevindt zich zijn donkere kamer, die ook nog altijd in gebruik is. Naast zijn bed ligt een blocnootje, zodat de dichtregels die hem 's nachts te binnen schieten, niet verloren gaan. Want gedichten maakt hij óók nog. "Ouder worden? Daar heb ik helemaal geen tijd voor", zegt hij resoluut.

 

Atze Haytsma wordt geëerd met een expositie en een boek, beide ter ere van zijn komende verjaardag. De expositie is wat kleinschalig en vindt plaats in etablissement 't Nonnetje aan de Groenmarkt. Het boek is een waar monument geworden. Schrijver Roelof Meijer wijdt zo'n tweehonderd dichtbedrukte pagina's aan de kunstenaar, geïllustreerd met talrijke historische foto's. Jarenlang kwam de auteur op vrijdagmiddag bij de kunstenaar over de vloer.

"'Sodemieter dan maar op', zei de docent, toen hij hoorde dat ik ernaast nog moest werken voor mijn brood." - Atze Haytsma

Het boekwerk heet Leven in de Kantlijn. Het is een uitdrukking die Haytsma zelf herhaaldelijk gebruikt om zijn positie te omschrijven. "Ik hoor nergens bij. Ik heb mij nooit bij een stroming of een groep aangesloten."

 

Dat 'leven in de kantlijn' begon al vroeg. "Mijn moeder was ongehuwd. Dat was een schande in het Friese dorp Akkrum. Ik ben ter wereld gekomen op een school voor vroedvrouwen in Amsterdam, want daar was de bevalling gratis. Ze had geen geld maar kleedde mij altijd netjes, met kleren die ze zelf had gemaakt. Op het Friese platteland noemden andere kinderen mij spottend 'het stadsjongetje'."

 

SLINGERGRAMMOFOON

Na vier jaar lagere school moest Atze naar de Vakschool voor winkelpersoneel. Het enige wat hem daar beviel, waren de lessen reclametekenen en etaleren. Het eenoudergezin woonde inmiddels in Amsterdam, waar Atze in contact kwam met de beeldhouwer en vioolbouwer Geert Marree. De laatste, eigenlijk leraar handarbeid op de vakschool, was voor de Duitse bezetter ondergedoken in zijn eigen atelier. Atze kon Marree en zijn vrouw van eten voorzien dankzij vriendjes wier ouders een winkel dreven.

 

"Bij Marree leerde ik een andere wereld kennen. Hij had een slingergrammofoon waarop hij klassieke muziek speelde. Zijn vrouw las mij voor uit literaire werken. Op een dag liep ik zijn atelier binnen om wat boodschappen af te leveren en daar zat zijn vrouw, naakt te poseren. Helemaal bloot! Ik schrok m'n eigen wezenloos! Ik stond daar verstijfd van angst. Maar Marree zei: 'Rustig aan, kom erbij. Ga maar op dat krukje zitten en zie hoe mooi dat is."

 

Na de oorlog kreeg Atze al snel te maken met het standenverschil dat ook bleek te bestaan onder kunstenaars. "Ik wilde verder studeren aan de Rijksacademie. Daartoe moest je een week lang allerlei toelatingsexamens doen. Ik slaagde overal voor. Maar toen docent Piet Esser hoorde dat ik ernaast nog moest werken voor mijn brood, zei hij: 'Sodemieter dan maar op.' Gelukkig stelde een andere docent mij in staat om de avondcursus te volgen."

 

KROT

Atze bivakkeerde in een woning die voortleeft als een belangrijke plek in de kunstgeschiedenis: een onbewoonbaar verklaard krot aan de Binnen Brouwersstraat. Op de andere etages woonden ook jonge kunstenaars: Lucebert, Fritzi Harmsen van Beek en Hans van Draanen. Met Hans kon hij goed overweg - 'hij en ik moesten met onze handen ons brood verdienen' - maar met de anderen niet zo. "Hans en ik werkten figuratief, dat mócht natuurlijk helemaal niet van die Cobra-jongens."

 

"Veel moderne kunstenaars van die tijd hadden een grote waffel, maar konden eigenlijk niet zoveel. Ze zochten altijd vrouwen die werkten en zo het geld konden verdienen. Als er ruzie kwam, vonden ze wel een andere vrouw. Lucebert en Corneille ruilden hun vrouwen gewoon in als hun dat zo uitkwam."

 

Tot de medestudenten aan de academie behoorde Jan Wolkers. "Dat was een nare jongen. Dankzij een rijke vriendin kon hij in een riant huis wonen, vlak naast een professor van de academie. Maar toch jatte hij mijn klei. Hij pikte ook een beeld in dat ik had gemaakt van een Griekse godin. Ik moest overdag uit werken en wég was het. Jan was gewoon geen goede beeldhouwer. Zoals wel meer modernisten kwam hij wel op ideeën, maar dan had hij een uitvoerder nodig om het beeld te maken. Ik kon zelf hakken. Hildo Krop zei nog: 'Geef Atze maar geen opdrachten, want we hebben hem nodig als uitvoerder.' Ik heb het Lieverdje op het Spui in Amsterdam en het beeld van Cornelis Lely bij de Afsluitdijk in brons gegoten."

 

Zo groeit Haytsma, aanvankelijk door financiële nood gedwongen, uit tot een behendige duizendpoot. Hij ontwerpt en maakt beelden en fotografeert. Is er een rode draad te ontwaren? Atze spreekt van 'de kunst van het weglaten'. "Door een heleboel niet te doen, ontstaat een universele eenvoud. Mijn werk is sober, bijna streng."

Een invloedrijke docent was de architect Mart Stam. "Hij waarschuwde mij altijd voor wat hij 'decoratie' noemde. Je moest alleen de essentie weergeven. Toen na de oorlog de eerste verzetsmonumenten werden gemaakt, mopperde hij voortdurend: 'Dat zijn vergrote salonbeelden!'"

 

DOCENT

Haytsma kwam in 1963 naar Amersfoort als docent aan Middeloo, de geruchtmakende opleiding voor creatieve therapeuten. Later doceerde hij aan een afsplitsing van de school: de Akademie voor Beeldende Vorming. De opleidingen zorgden voor leven in het stoffige provinciestadje. Tot zijn leerlingen behoorden fotograaf Bert van As en de latere culturele organisatoren Terts Brinkhoff en Willem Borra.

 

Atze bleef in Amersfoort wonen; na enkele verhuizingen is hij nu gevestigd in de Kruiskamp. Zijn woning is van boven tot onder gevuld met kunst in alle soorten en maten. Enkele jaren terug overleed echtgenote Mieke. "Zij schilderde, ik beeldhouwde. We liepen elkaar nooit in de weg, gaven alleen opbouwende kritiek. We hebben bijna ons 65-jarig huwelijksfeest kunnen vieren. Ik mis haar nog elke dag. In iedere kamer is een portret van haar te vinden, zodat ze toch nog een beetje aanwezig is."

 

Na haar overlijden in 2012 kocht hij een huisdier. "Ik heb zeven jaar lang samengewoond met een cavia. Dat zijn pientere dieren! Iedere ochtend samen ontbijten. Hij is nog heel oud geworden. Ik miste hem echt toen hij overleed. Gelukkig heb ik nog genoeg te doen. Zeker genoeg voor de komende twintig jaar."

 

Het boek Atze Haytsma / Leven in de Kantlijn van Roelof Meijer wordt gepresenteerd op dinsdag 14 mei, 20.00 uur in 't Nonnetje, Groenmarkt 3-5 in Amersfoort. In het etablissement wordt werk van de kunstenaar geëxposeerd.