De Jonge Jaren van Koen Hauser

New Dawn Paper, August 12, 2014

[English text below]

 

Koen Hauser (1972) is, in navolging van Ily Niokiktjien, onlangs benoemd als Fotograaf des Vaderlands. Momenteel werkt hij vanuit die titel aan een project dat hij in september, tijdens de komende Fotoweek, zal presenteren. Wij zijn ondertussen benieuwd naar het verloop van zijn carrière tot nu toe.

 

Na een studie in Sociale Psychologie, besloot Hauser dat hij wilde doorleren, in een artistieke richting. Na twee jaar avondschool gevolgd te hebben aan de KABK belandde hij uiteindelijk op de Rietveld Academie in Amsterdam. Die nieuwsgierigheid en behoefte tot het onderzoeken van nieuwe gebieden zie je terug in zijn oeuvre als beeldmaker – wat uiteindelijk een betere benaming is dan ‘fotograaf’. Hauser gaat verder dan alleen het ‘sec’ vastleggen van de werkelijkheid, want hij voegt daar graag een extra dimensie aan toe; een persoonlijke realiteit die in zijn hoofd ontstaat en die hij graag wil delen met de rest van de wereld.

 

Was tekenen en schilderen niet genoeg voor je om dit te bewerkstelligen?
“Ik vond dat ik niet kon tekenen en dat frustreerde, dus ben ik de fotografie ingedoken. Het realistische aspect ervan vond ik erg interessant. Het betekent een zekere begrenzing en dat heb ik niet met schilderen of tekenen, daar is de fantasie juist oneindig. Fotografie is meer geschikt omdat ik daarmee een spanningsveld opwek waarbinnen mijn realiteit en fantasiewereld vervolgens verder kunnen worden ontleed.”

 

Dat laatste betekent ook dat je veel moet nabewerken. Was dat geen taboe toen je begon?
“Het is nog niet zo lang geleden dat fotografen luie schilders werden genoemd. Ik begon op de academie toen het pionierswerk van Micha Klein, Inez van Lamsweerde en Erwin Olaf de digitale mogelijkheden voor het eerst onderzocht en toepaste. Daarna volgde naar mijn idee een soort tegenreactie waarin de fotografie haar grenzen juist bestendigde. Het moest vooral niet kunstmatig ogen. Maar kunst en fotografie beginnen steeds meer naar elkaar toe te trekken. Er is de afgelopen jaren veel verandert in de acceptatie van de actieve tussenkomst van een fotograaf/ kunstenaar. Dat geeft mij gelukkig ook meer mogelijkheden om mijn werk over het voetlicht te krijgen en ondertussen lijkt het einde van die verschuiving nog niet in zicht.”

 

In die eerste portretten hebben de modellen een misvormd hoofd. Waren ze daar op voorbereid?
“Het kwam er op neer dat ik een student was met weinig geld, dan ben je al snel genoodzaakt to creatieve manieren om tot gewenst resultaat te komen. Veel van de modellen kwamen in eerste instantie dan ook uit mijn vriendenkring. Maar het was nooit mijn intentie om ze alleen maar op hun allermooist te fotograferen. Voor mij was het eerder een manier om een begin te vinden van een beeld dat ik in mijn hoofd had. Natuurlijk zijn deze mensen in het echt niet zo misvormd, dat is dus het resultaat van digitale manipulatie. Ik heb niet het idee dat mijn vrienden daar echt problemen mee hebben gehad maar ik heb ook weleens echte modellen gebruikt. Zij vonden het resultaat prachtig maar natuurlijk waren hun bureau’s minder blij met het resultaat, omdat de modellen niet meer als zodanig herkenbaar waren. Behalve de persoonlijke projecten werk je ook in opdracht.

 

Zie je jezelf dan als modefotograaf?
“Ik zou mijn werk niet als modefotografie beschouwen, in de klassieke zin. Mijn werk kan in veel gebieden worden toegepast. Ik hou me niet zo bezig met de hippe trends van nu, daar is de jongere generatie veel beter in. Zij kunnen heel goed in de stijl van nu fotograferen, daar hebben ze mij niet voor nodig. Maar ik vind verschijningsvormen enorm boeiend en daar is de modewereld heel interessant voor. Couture is een kunst op zichzelf en dat betekent dat er allerlei snijvlakken ontstaan tussen mode, fotografie en digitale manipulatie die voor mij kunnen werken.”

 

Wat is een typische ‘Koen Hauser’ beeld?
“In alle beelden schuren de werkelijkheid en fantasie tegen elkaar aan. Je zou ook kunnen zeggen: vervreemding in een vooropgezette esthetiek, en die twee vervolgens allebei iets te ver doorgevoerd. Soms word ik een wizard genoemd omdat ik verschillende werelden bij elkaar betrek. Mijn werk leeft op de lijn tussen kunst en kitsch en dat is wel een ‘zone’ die ik bewust opzoek. Daar schuilt wel een zeker risico in want ook ik weet van tevoren nooit met stellige zekerheid of die symbiose een succes wordt. Het zal wel altijd een mooi plaatje worden denk ik, maar of er verdieping in zit is maar de vraag.”

 

Ben je geduldig?
“In mijn hoofd ben ik heel erg megalomaan in de dingen die ik wil maken en raak daarom ook snel gefrustreerd als het niet lukt, of als het groter of beter moet. Meer in het algemeen kijk ik met bewondering en jaloezie naar mijn collega’s die juist heel geconcentreerd steeds weer aan hetzelfde thema kunnen werken om uiteindelijk tot een fantastisch resultaat te komen. Zelf ben ik daar te ongeduldig voor.”

 

Hoewel jouw werk erg persoonlijk is, loop je dus alsnog weleens vast. Hoe ga je daarmee om?
“Ja, natuurlijk! In essentie moet je de ruimte maken om je innerlijke stem te horen. In het begin ga ik dan te veel dingen doen en probeer ik alles te verantwoorden, maar op het moment dat ik los laat leidt het project zichzelf. Dan ontstaat er iets magisch, totaal verschillend het originele uitgangspunt, maar toch succesvol. Uiteindelijk gaat het om het moment van overgave. Ik zeg niet dat het makkelijk is of dat ik daar zelf een uitgesproken talent voor heb, maar ik merk wel dat de dingen waarover ik het meeste tevreden ben voortvloeien uit een zekere overgave aan de creativiteit.”

 

Hoe zorg je ervoor dat die elementen erin blijven, vooral bij commerciële opdrachten?
“Daar ben ik niet bewust mee bezig. Mijn projecten bestaan vaak uit vele aspecten, maar soms is het niet mogelijk om ze allemaal goed te mengen. Dat lijkt in eerste instantie op een zekere beperking of handicap maar het is ook wat het samen mijn werk maakt. Hoewel veel ervan op zichzelf staat, om de reikwijdte daarvan goed te kunnen vatten is het dus wel nodig om meer dan een of slechts een aantal van mijn beelden te hebben gezien."

 

Naar wie kijk je met bewondering?
“Kunstenaar Jasper de Beijer inspireert me zeer in de manier waarop fotografie de poort vormt tot zijn fantasie, maar het werk van Viviane Sassen vind ik ook enorm bijzonder. Het heeft een bepaalde innerlijke, hermetische integriteit, terwijl het ook doordacht is. Haar beelden geven je de mogelijkheid om de wereld te bekijken door haar lens, waardoor je een hele andere kijkwijze ontdekt. Het werk leidt me van binnen naar buiten. Ik merk dat mijn eigen werk mij meer van buiten naar binnenbrengt. Door de foto naar mijn innerlijke wereld.

We moeten maar genieten van zijn werk zolang het nog kan, want misschien blijft Hauser niet tot zijn dood fotograferen, “Het is niet de essentie van mijn bestaan. Mijn levensthema is het gevoel van ‘thuiskomen’ en dat kan ik op vele manieren in de wereld brengen. Misschien ga ik nog wel eens serieus iets met mijn muzikale aspiraties doen. Ook is stervensbegeleiding in mijn gedachten een terugkerend thema, maar momenteel is fotografie de beste stem waarmee ik dit in de wereld kan zetten.” 

Wat betekent dat precies voor jou, ‘thuiskomen’?
“De realisatie hebben dat je helemaal op je plek bent in deze wereld, dat je nergens meer naar toe hoeft of iets hoeft te bereiken, én dat je nódig bent, dat je een unieke plek inneemt die er toe doet. Het is een gevoelsmatig besef dat samengaat met ontzag voor de grootte en reikwijdte van het leven met al haar diepte- en hoogtepunten.”

 

Van 12 tot 21 september, tijdens Fotoweek 2014 presenteert hij zijn fotoserie in het thema ‘Kijk! Mijn Geluk'. Op zaterdag 20 september zal een artist talk plaatsvinden met Koen Hauser tijdens Unseen, in samenwerking met New Dawn en het Volkshotel. Hou de website van het Volkshotel goed in gaten voorde programmering.

 

Koen Hauser (1972) has recently been appointed as the Photographer of the Nation, following in the footsteps of Ily Niokiktjien. He is currently working on a project under this title, which he will present during the upcoming Fotoweek in September. In the meantime, we are curious about the progression of his career so far.

After studying Social Psychology, Hauser decided to further his education in a more artistic direction. After two years of evening classes at the Royal Academy of Art (KABK), he eventually ended up at the Rietveld Academy in Amsterdam. This curiosity and desire to explore new areas are evident in his body of work as an image maker—a term that ultimately suits him better than 'photographer'. Hauser goes beyond merely capturing reality; he likes to add an extra dimension—a personal reality that forms in his mind and that he wants to share with the world.

 

Was drawing and painting not enough for you to achieve this?

“I felt like I couldn't draw, and that was frustrating, so I dove into photography. I found the realistic aspect of it very interesting. It implies a certain limitation, which I don't have with painting or drawing, where the imagination is endless. Photography is more suitable because it creates a tension field within which my reality and fantasy world can then be further dissected.”

 

This also means you do a lot of post-processing. Was that not taboo when you started?

“It wasn’t that long ago that photographers were called lazy painters. I started at the academy when the pioneering work of Micha Klein, Inez van Lamsweerde, and Erwin Olaf was first exploring and applying digital possibilities. After that, I believe there was a kind of counter-reaction in which photography’s boundaries were reestablished. It had to avoid looking artificial at all costs. But art and photography are increasingly converging. In recent years, there has been much change in the acceptance of the active intervention of a photographer/artist. Fortunately, this gives me more opportunities to get my work recognized, and it seems this shift is far from over.”

 

In those early portraits, the models have deformed heads. Were they prepared for that?

“It came down to being a student with little money, so you're quickly forced to find creative ways to achieve the desired result. Many of the models were initially from my circle of friends. But it was never my intention to photograph them just to make them look beautiful. For me, it was more a way to start creating an image that was in my head. Of course, these people aren’t actually so deformed in real life; that's the result of digital manipulation. I don't think my friends had any real issues with it, but I’ve also used real models at times. They loved the result, but naturally, their agencies were less pleased because the models were no longer recognizable as such.”

 

Besides personal projects, you also work on commission. Do you see yourself as a fashion photographer?

“I wouldn’t consider my work as fashion photography in the classical sense. My work can be applied in many areas. I don’t concern myself much with the current trendy styles—that’s something the younger generation is much better at. They can photograph in today’s style very well; they don’t need me for that. But I find forms of appearance enormously fascinating, and the fashion world is very interesting for that. Couture is an art in itself, which means there are various intersections between fashion, photography, and digital manipulation that can work for me.”

 

What is a typical 'Koen Hauser' image?

“In all my images, reality and fantasy rub against each other. You could also say: alienation in a preconceived aesthetic, both taken just a bit too far. Sometimes I’m called a wizard because I bring different worlds together. My work lives on the line between art and kitsch, and that’s definitely a ‘zone’ I consciously seek out. There’s certainly a risk in that, as even I can never be sure in advance if that symbiosis will be successful. It will probably always result in a beautiful image, but whether it has depth is another question.”

 

Are you patient?

“In my mind, I’m very megalomaniacal in the things I want to create, and I quickly become frustrated when it doesn’t work out or when it needs to be bigger or better. More generally, I look with admiration and envy at my colleagues who can work very concentratedly on the same theme over and over again, eventually achieving a fantastic result. I’m too impatient for that.”

 

Although your work is very personal, do you still sometimes get stuck? How do you deal with that?

“Yes, of course! Essentially, you need to create the space to hear your inner voice. At first, I tend to do too many things and try to justify everything, but the moment I let go, the project leads itself. Then something magical happens, totally different from the original concept, yet still successful. Ultimately, it’s about the moment of surrender. I’m not saying it’s easy or that I have a special talent for it, but I do notice that the things I’m most satisfied with flow from a certain surrender to creativity.”

 

How do you ensure those elements remain, especially in commercial assignments?

“I don’t consciously work on that. My projects often consist of many aspects, but sometimes it’s not possible to blend them all well. That might initially seem like a limitation or handicap, but it’s also what makes my work unique. Although much of it stands alone, to truly grasp its scope, you need to have seen more than just one or a few of my images.”

 

Who do you admire?

“Artist Jasper de Beijer inspires me greatly in how photography serves as a gateway to his fantasy, but I also find the work of Viviane Sassen enormously special. It has a certain inner, hermetic integrity, while also being well-thought-out. Her images allow you to view the world through her lens, leading you to discover a completely different perspective. Her work takes me from the inside out. I notice that my own work brings me more from the outside in, through the photo to my inner world.

We should enjoy his work while we can because Hauser might not continue photographing until his death. “It’s not the essence of my existence. My life’s theme is the feeling of ‘coming home,’ and I can bring that into the world in many ways. Maybe I’ll seriously pursue my musical aspirations someday. End-of-life care is also a recurring theme in my thoughts, but at the moment, photography is the best voice with which I can express this in the world.”

What does ‘coming home’ mean to you?

“Realizing that you are exactly where you belong in this world, that you no longer need to go anywhere or achieve anything, and that you are needed, that you occupy a unique place that matters. It’s an emotional awareness that goes hand in hand with awe for the magnitude and scope of life, with all its highs and lows.”

 

From September 12 to 21, during Fotoweek 2014, Koen Hauser will present his photo series on the theme ‘Look! My Happiness’. On Saturday, September 20, an artist talk with Hauser will take place during Unseen, in collaboration with New Dawn and the Volkshotel. Keep an eye on the Volkshotel’s website for the program details.